Citroën C5

De C5 was de laatste Citroën die ontwikkeld werd onder het voorzitterschap van Jacques Calvet. De wagen had de moeilijke taak om zowel de Xantia als de XM te vervangen, aangezien de introductie van de C6. steeds werd uitgesteld.
Bij zijn lancering werd de auto in de pers als saai bestempeld, en er werd hem geen mooie carrière voorspeld. De C5 bood een verdere ontwikkeling van Citroëns hydropneumatische ophanging, nu onder de naam Hydractive 3. Een belangrijke verandering was het gebruik van elektronische sensoren ter vervangingen van de mechanische hoogtecorrectie in de vorige hydropneumatische modellen. Hierdoor kon de computer automatisch de rijhoogte controleren. Het manueel regelen van de rijhoogte bleef mogelijk, hoewel de computer tussenkwam indien de wagen met een ongepaste snelheid reed voor een bepaalde hoogte. In tegenstelling tot vorige wagens werden de remmen en de stuurinrichting echter niet meer geregeld door hetzelfde hydraulische circuit.

In 2004 gaf Citroën de C5 een grondige facelift, om de wagen aantrekkelijker te maken, en het uiterlijk af te stemmen op dat van de nieuwere C4. De sedan werd verlengd van 4618 mm naar 4745 mm, de break van 4755 mm naar 4840 mm. De wagen kreeg ook meedraaiende koplampen. Toch kreeg de C5 kritiek in verband met de betrouwbaarheid: vooral de elektronica maakt dat deze Citroën soms als onbetrouwbaar werd ervaren.[1] Daarnaast bleek de door Citroën met veel media aandacht geïntroduceerde 2.0 HPI-motor in de praktijk veel storingen te geven. Deze motor zou schoner en zuiniger zijn, maar door de vele problemen die zij gaf werd de productie er van al snel stop gezet. De gewone 2-liter benzine motor had deze problemen niet en is in de praktijk zelfs iets zuiniger dan de HPI-versie.

De sedanuitvoering was niet langer een liftback, meer kreeg afzonderlijke koffer. De wagen was verkrijgbaar vanaf 2008. De nieuwe C5 is 4,78 meter lang, 1,86 meter breed en 1,45 meter hoog. Dat is drie centimeter langer, elf centimeter breder en drie centimeter lager dan het vorige model. De break kreeg als naam "Tourer" en werd vijf centimeter langer. De voor Citroën typische hydropneumatische ophanging was echter niet meer standaard aanwezig op alle versies.